NL
1909 Landschappen en diverse onderwerpen [met opdruk]
A Samenstelling van de reeks:
5 c Haven van Matadi (groen/zwart);
10 c Stanleywatervallen (karmijn/zwart);
15 c Oliepalm (oker/zwart);
25 c Inkissiwatervallen (blauw/zwart);
40 c Inheemse boten (blauwgroen/zwart);
50 c Spoorwegbrug over de M’pozo (olijf/zwart);
1 F Olifantenjacht (karmijn/zwart);
3,50 F Inheems dorp (vermiljoen/zwart);
5 F Bangala-opperhoofd Morangi en vrouw (karmijn/zwart);
10 F Raderstoomboot “Deliverance” op de Congo (groen/zwart).
B Opdruk
Vanaf 1 januari 1909 werd de tekst “CONGO BELGE” (BELGISCH CONGO) als opdruk gebruikt op stocks oorspronkelijk uitgegeven door de voorheen bestaande Onafhankelijke Staat Congo:
In eerste instantie werden de zegels met opdruk voorzien door middel van handstempels vervaardigd door diverse graveerders zowel in Brussel (8 verschillende types) als in de kolonie (8 verschillende types).
Een onderscheid van deze types wordt zowel bepaald door hun afmetingen als door de lettermodellen.
Later werd de opdruk ook typografisch machinaal uitgevoerd en in maart 1909 werd een speciale oplage gedrukt (Prinsenoplage), eveneens met typografische opdruk.
De kleur van de opdrukken is ofwel dofzwart (Brusselse handstempels), ofwel donkerzwart of violetzwart (lokale handstempels) ofwel intens zwart (typografische opdrukken).
C. Tanding
De tanding varieert tussen 11 en 16 omwille van verschillende perforeermachines in gebruik tussen 1894 en 1900.
E
1909 Landscapes and various Topics [with overprint]
A Series composition:
5 c Port of Matadi (green/black);
10 c Stanley Falls (carmine/black);
15 c Oil Palm (ochre/blackt);
25 c Inkissi Falls (blue/black);
40 c Native Canoes (blue-green/black);
50 c Railway Bridge over the M’pozo (olive/black);
1 F Elephant Hunt (carmine/black);
3,50 F Native Village (vermillion/black);
5 F Bangala Chief Morangi and Wife (carmine/black);
10 F Pddle-Steamer “Deliverance” on the Congo (green/black).
B Overprint
The text “CONGO BELGE” (BELGIAN CONGO) was applied as overprint on stocks issued by the former Independant State of the Congo:
Initially the overpint was applied by means of handstamps made by different engravers in Brussels (8 different types) and in the colony (8 different types).
These types are identified by measurement and lettermodels.
Later the overprint was applied by machine (typography) and in March 1909 a special issue (Prince’s printing) was also made by machine overprint.
The overprint colour is either dull black (Brussels handstamps), dark black or violet-black (locla handstamps) or intense black (typographical overprints).
C. Perforation
Perforation varies between 11 and 16 due to different perforation machines used between 1894 and 1900.
F
1909 Paysages et différents sujets [avec surcharge]
A Composition de la série:
5 c Port de Matadi (vert/noir);
10 c Chutes de Stanley (carmin/noir);
15 c Palmier à huile (ocre/noir);
25 c Chutes d’Inkissi (bleu/noir);
40 c Embarcations indigènes (vert-bleu/noir);
50 c Pont de chemin de fer sur le Mpozo (olive/noir);
1 F Chasse à l’éléphant (carmin/noir);
3,50 F Village indigène (vermillon/noir);
5 F Chef Bangala et sa femme (carmin/noir);
10 F Bateau à roues à aubes “Deliverance” sur le Congo (vert/ noir).
B Surcharge
A partir du 1er janvier 1909 le texte “CONGO BELGE” fut employé comme surcharge (BELGISCH CONGO) sur des stocks de l’Etat indépendant du Congo.
Les timbres furent tout d’abord pourvus de cachets à la main confectionnés par divers graveurs aussi bien à Bruxelles (8 types différents) qu’à la colonie (8 types différents).
La distinction entre ces types se fait aussi bien au moyen des mesures qu’au moyen des modèles de lettres.
Plus tard la surcharge fut exécuté d’une manière machinale (typographie) et en mars 1909 une édition spéciale fur imprimée (Tirage des Princes), également en surcharge typographique.
La couleur des surcharges varie de noir mat (cachets à la main Bruxellois) à noir foncé ou noir-violet (cachets à la main locaux) ou noir intense (surcharges typographiques).
C. Dentelure
La dentelure varie entre 11 et 16 à cause des machines de perforation différentes utilisées en 1894 et 1900.
D
1909 Landschaften und verschiedene Gegenstände [mit Aufdruck]
A Aufbau der Serie:
5 c Hafen von Matadi (grün/schwarz);
10 c Stanleyfälle (karmin/schwarz);
15 c Ölpalme (ocker/schwarz);
25 c Inkissifälle (blau/schwarz);
40 c Einheimische Kanus (blaugrün/schwarz);
50 c Eisenbahnbrücke über den M’pozo (oliv/schwarz);
1 F Elefantenjagd (karmin/schwarz);
3,50 F Einheimisches Dorf (zinnober/schwarz);
5 F Bangala-Häuptling Morangi und Frau (karmin/schwarz);
10 F Raddampfer „Deliverance“ auf dem Kongo (grün/schwarz).
B Aufdruck
Ab 1 Januar 1909 wurde der Tekst “CONGO BELGE” (BELGISCH -KONGO) als Aufdruck gebraucht auf Vorräte ursprünglich ausgegeben durch die vorher bestehende Kongo-Freistaat:
Erstens wurden die Briefmarken mit Aufdruck ausgestattet mittels Handstempel hergestellt durch verschiedene Graveure sowohl in Brüssel (8 verschiedene Typen) als in der Kolonie (8 verschiedene Typen).
Ein Unterschied zwischen diese Typen wird sowohl entschieden durch ihre Abmessungen als durch die Buchstabemodelle.
Später wurde der Aufdruck auch typographisch machinell ausgeführt und in März 1909 wurde eine spezielle Auflage gedruckt (Prinzenauflage) ebenso mit typographischen Aufdruck.
Die Farbe der Audrucken ist oder mattschwarz (Brüsseler Handstempel, oder dunkelschwarz oder violettschwarz (lokale Handstempel) oder intensiv schwarz (typographische Aufdrucken).
C. Zähnung
Die Zähnung variiert zwischen 11 und 16 wegen verschiedene Zähnungsmaschinen gebraucht zwischen 1894 und 1900.