Miniatuurversie van de fictieve plaats Rommeldam (uit de Bommel en Tom Poes-strips van Marten Toonder), van 1955-1959.
De stad Rommeldam komt voor het eerst voor in het Tom Poes-verhaal De geheimzinnige roverhoofdman uit 1941. In het verhaal De erfpachter (1970) vertelt een ambtenaar eerste klasse Dorknoper aan Tom Poes dat de stad in 1132 is gesticht. In het jaar 1353 heet de stad Rommeldamme. De naam lijkt sterk op Toonders geboorteplaats Rotterdam en is hier waarschijnlijk een toespeling op.
Rommeldam is een klein stadje met veel middeleeuwse gebouwen. De vakwerkhuizen hangen over de niet altijd geplaveide straten, scheve schoorstenen domineren het stedelijke silhouet van de puntdaken. De elite van Rommeldam (waaronder burgemeester Dickerdack) is lid van herensociëteit De Kleine Club. Rommeldam ligt vlakbij de Zwarte Bergen, heeft een haven en ligt aan de rivier de Rommel, die bij Kattezijl uitmondt in zee.
Op een heuvel aan de rand van de stad liggen Kasteel Bommelstein en het kasteel van de Markies de Canteclaer van Barneveldt. Bommelstein is de woonstee van Heer Bommel en zijn bediende Joost.
Een miniatuurversie van Rommeldam bestond drie jaar lang in de Brabantse plaats Oisterwijk. Het initiatief voor deze toeristische attractie kwam van lokale restauranthouder Theo Sluiter en fabrikant Broos Dröge. Op 13 juni 1955 werd in samenwerking met de Marten Toonder Studio's de Sprookjesstad Oisterwijk NV opgericht. Cees van de Weert van de Toonder Studios maakte de ontwerpen voor het park, daarnaast waren onder meer een architectenbureau, landschapsarchitect, schilder en elektrotechnisch ingenieurs bij de bouw betrokken.
De 500 voorwerpen en beeldjes van de figuren, die werden gemaakt door beeldhouwer Jan Ernst Onkenhout (1932-1996) uit Amsterdam, werden door Toonder goedgekeurd voordat ze geplaatst werden. Ze varieerden in grootte van enkele decimeters (bijvoorbeeld Tom Poes' huis) tot meer dan twee meter hoog (bijvoorbeeld het gemeentehuis). Ook de Oude Schicht –de auto van Heer Bommel – was aanwezig; er was zowel een kleine versie als een auto op ‘ware grootte’.
De miniatuurstad werd gebouwd onder dennenbomen aan de rand van Oisterwijk, in theetuin Gemullehoeken op de kruising van de Gemullehoekenweg en de Kivitslaan. Het complex had een oppervlakte van 3,5 ha en bestond uit ongeveer 400 miniatuurgebouwen. De bouw kostte zo'n 150.000 gulden.
De attractie werd op 29 juni 1955 geopend met een openingsspeech door Godfried Bomans. Een deel van de entreegelden was bestemd voor het Prins Bernhard Fonds. Het geheel werd draaiende gehouden door een bedrijfsleider en veertien vaste medewerkers.
Bezoekers konden het programmaboekje Rommeldam in Oisterwijk kopen met daarin een welkomstwoord van Heer Bommel, een rondleiding en een beschrijving van de geschiedenis van Rommeldam. Auto's en treinen reden in de miniatuurstad, er klonk muziek, 's avonds waren de gebouwen verlicht en was de straatverlichting aan en ook de vuurtoren functioneerde. Er werden regelmatig figuren gestolen, vooral die van Heer Bommel.
De aanvankelijk hoopvolle bezoekersaantallen liepen echter ras terug (1955: 80.000, 1958: 35.000) en in 1959 ging Rommeldam failliet. Na de verkoop van de inboedel hadden diverse Oisterwijkers nog een tijdje een Rommeldam-pandje in hun tuin staan, de overgrote meerderheid is echter verloren gegaan. Het theehuis bestaat niet meer, maar een later geplaatst bord met het opschrift "Huize Rommeldam" aan de Gemullehoekenweg 66 markeert de voormalige locatie van de miniatuurstad.