De schrijfstijl van Maurice Tillieux is vrij herkenbaar; een goed in elkaar stekende plot gecombineerd met veel, al dan niet zwarte, humor.
Zijn eerste publicatie kwam in Le Moustique, in 1936, toen hij voor dat blad illustraties maakte. Hij was echter niet tevreden met zijn magere loon als illustrator en trok daarom naar Oostende, om bij de scheepvaart te gaan en studeerde zo navigatie. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak kwam er een abrupt einde aan zijn studies en tijdens de oorlogsperiode begon hij detectiveromans te schrijven. In 1944 deed hij toch weer illustratiewerk, in magazines zoals Le Moustique, Jeep, Robbedoes (Spirou), Blondine en Bimbo. Hij creëerde toen ook zijn eerste strips.
In 1947 begon hij te werken bij Héroïc-Albums, een nieuwe magazine opgericht door Fernand Cheneval. Eerst probeerde hij enkele strips zoals Bob Bang in een min of meer realistische stijl. Van 1947 tot 1956 boekte hij succes met zijn stripreeks Félix over een bebrilde detective en zijn twee helpers. In 1956 maakte hij de overstap naar Robbedoes, het rivaliserende stripmagazine. Op aandringen van uitgeverij Dupuis veranderde hij de namen en het uiterlijk van de personages uit zijn strip Félix en Guus Slim (Gil Jourdan) werd geboren. De reeks was zijn succesvolste serie.
Wat het meest opvalt in de tekeningen van Maurice Tillieux is de sfeer van zijn strips, deze komt voort uit het feit dat hij een "visueel romanschrijver" probeert te zijn. In Félix tekent hij op wonderbaarlijke wijze de sfeer van het Parijs van de jaren 1950 met verschillende opname standpunten zoals in de film: flashbacks, low-angles, tracking shots, voorgronden en dit, ondanks enigszins schematische of karikaturale tekenstijl. Stadsgezichten tekent hij als geen ander, Collega’s als André Franquin, Jean Roba of Peyo hadden er plezier in om over autowrakken te zeggen: "Het is een landschap à la Tillieux". Later plaatste hij met Guus Slim zijn held in vervallen fabrieken, in sombere nachtelijke straten… Alles wordt gedaan om een ??bepaalde sfeer te creëren.
Toen hij in 1956 met Guus Slim begon, tekende hij Franse auto's, omdat hij net terug was van twee jaar in Frankrijk en de auto's en wegeninfrastructuur van het land heel goed kende. De eerste auto van Gil Jourdan was een Peugeot 202, die hij moeilijk te tekenen vond vanwege de gladde lijnen. Daarna schonk hij Guus Slim verschillende populaire auto's zonder het personage echter door een bepaalde auto te willen belichamen. De Renault Dauphine is echter de auto die Guus Slim het best belichaam.
Van 1969 t/m 1973 publiceerde hij in Robbedoes ook komische gags in de strip Caesar en Josientje. Deze strip was tussen 1957 en 1966 ook al gepubliceerd in het blad Le Moustique en in Spirou. En later Bram Jager en zijn buur .
Omdat hij te veel werk om handen begon te krijgen, gaf hij Guus Slim over aan de tekenaar Gos, die voortaan het tekenwerk moest verzorgen. Hij werkte ook als scenarist voor andere reeksen zoals Natasja met François Walthéry, De Sliert met Roba, Baard en Kale met Will, Yoko Tsuno met Roger Leloup, Hultrasson met Vittorio Leonardo, Jess Long met Arthur Piroton. Voor Guus Slim en zijn andere reeksen zoals Jess Long en Baard en Kale gebruikte hij soms scenario's van zijn eerdere reeks Félix, die hij licht aanpaste.
Maurice Tillieux kwam om het leven bij een auto-ongeval op 2 februari 1978. (Op de terugweg van het festival van Angoulême).