Dendermonde is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt in de driehoek Gent-Brussel-Antwerpen, één van de meest verstedelijkte gebieden van het land. Het is de hoofdplaats van het arrondissement Dendermonde en ligt in de Denderstreek. De stad ligt aan de samenvloeiing van Dender en Schelde en telt ca. 44.000 inwoners, die Dendermondenaars worden genoemd.
Opgravingen in het voorjaar van 2010 werden in de Dendermondse polder werktuigen uit het Neolithicum ontdekt. Archeologen vonden ook twee Gallo-Romeinse brandrestengraven. Ze dateren van circa 125-150 na Christus. Verder legden zij een graanspieker uit de ijzertijd en een Keltisch-Romeins heiligdom bloot.
Tegen het einde van de Frankische periode ontstond een nederzetting op deze plaats en later ook op de linkeroever, in de schaduw van een burcht die rond de tweede helft van de 10e eeuw door keizer Otto II werd gebouwd. Deze burcht, die omringd werd door Dender en Visgracht. De burcht vormde de bestuurlijke zetel van het Land van Dendermonde, waar de stad zelf vanaf 1233 geen deel meer van uitmaakte. De naam werd het eerst vermeld in een oorkonde Rainghouts de Thenremonde uit 1087. Bij de burcht kwam een burchtkapel en op de huidige Grote Markt was in de 11de eeuw een begraafplaats. In 1223 werd er een cisterciënzerinnenabdij gesticht en in 1233 kende Robrecht van Bethune Dendermonde stadsrechten toe.
Reeds in de 13e eeuw was Dendermonde een ommuurde en omwalde stad. Aan de binnenkant van de stadsmuren waren gewelven die bescherming boden bij een vijandelijke aanval. De stad had vier stadspoorten.
In 1572 werd Dendermonde door Willem van Oranje veroverd, maar kort daarna door de Spaanse troepen ingenomen en geplunderd.
Vervolgens werd een nieuwe vesting gebouwd. Louis XIV, koning van Frankrijk belegerde de stad in 1667, maar ontsnapte nipt aan de dood en moest zijn leger terugtrekken toen Dendermonde de polders liet overstromen.
In 1706 werd de stad door John Churchill, Hertog van Marlborough in puin geschoten.
Het tweede Barrièretractaat van 1717 had als gevolg dat de Dendermondse kazernes bemand werden door Nederlanders en Oostenrijkers, die met de troepen in de andere barrièresteden een bescherming tegen een eventuele Franse agressie, moesten garanderen.
Daarna kreeg de stad te lijden van de bezetting door de troepen van de Franse koning Louis XV. In het begin van de 19e eeuw telde Dendermonde 5.000 inwoners. De havenbedrijvigheid en de talrijke religieuze gebouwen typeerden het centrum binnen de stadspoorten en omwalling.
In 1800, onder het bewind van Napoleon Bonaparte, bekwam Dendermonde een rechtbank van eerste aanleg. Op de spits van het belfort werd een koperen bol geplaatst met bovenaan de letter N (van Napoleon), die echter in 1814 weer verwijderd werd. De Sint-Pieter en Paulusabdij van de orde der Benedictijnen werd in 1837 opgericht en is een voortzetting van de oude abdij van Affligem die in 1796 door de Franse bewindvoerders werd opgeheven.
Dendermonde was na Brussel en Mechelen de derde stad op het Europese continent die een spoorwegverbinding kreeg.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden van 4 tot 6 september 1914 bijna alle huizen en openbare gebouwen in het stadscentrum verwoest, toen het Duitse leger van Wilhelm II brand stichtte. Voor de brandsstichting werden huizen en winkels geplunderd, waarbij de Duitse soldaten vooral voedingsmiddelen en alcoholische dranken roofden. Ook het stadhuis en belfort brandden af, waarbij het stadsarchief verloren ging.
Wegens zijn vroegere functie van vestings- en garnizoensstad en de catastrofe van 1914 is Dendermonde, ondanks zijn gunstige ligging, niet uitgegroeid tot een grote stad.
Tijdens de fusies werden de volgende gemeenten toegevoegd: in 1971: Appels, Sint-Gillis-bij-Dendermonde; in 1976: Baasrode, Grembergen, Mespelare, Oudegem en Schoonaarde.
Thans oefent de stad een sterke aantrekkingskracht uit op de omliggende gemeenten door het groot aantal winkels, de aanwezigheid van vele scholen voor algemeen en kunstonderwijs. Bovendien is de stad de hoofdplaats van een gerechtelijk arrondissement, waaronder ook Sint-Niklaas en de streek van Aalst vallen.