De stripreeks draait rond de familie Legrand, afkomstig uit Frankrijk. De reden dat de familie Frans is en niet om een Belgisch, is dat de opdrachtgever van Hergé Frans was.
Cœurs Vaillants wilde een alternatief publiceren in plaats van De avonturen van Kuifje. Omdat het hoofdpersonage, Kuifje, niet wordt omgeven door een gezin. Cœurs Vaillants zag dit liever anders en daarom vroeg men Hergé om een min of meer vergelijkbare stripreeks te maken rond een gezin met een werkende vader, een moeder, en een zoon en dochter. In tegenstelling tot de andere stripreeksen van Hergé is De avonturen van Jo, Suus en Jokko dus niet een idee van Hergé zelf, maar ontstaan door een bestelling.
Hergé zegt hierover: ”Bij de directie van deze krant kreeg ik zoiets als dit te horen: 'Weet je, jouw Kuifje is niet slecht, we vinden hem leuk. Maar alsjeblieft: hij verdient zijn brood niet, hij gaat niet naar school "Hij eet niet, hij slaapt niet... Het is niet erg logisch. Zou je niet een klein personage kunnen creëren wiens vader werkt, die een moeder, een zusje, een huisdier heeft?"...
Ik had op dat moment wat speelgoed in huis voor een reclameklus, waaronder een aapje genaamd Jocko. En dus stichtte ik uit deze Jocko een kleine nieuwe familie, echt om te reageren op de wensen van deze heren van Cœurs Vaillants door mezelf te vertellen dat ze misschien gelijk hadden”. (Numa Sadoul, Entretiens avec Hergé, p. 70.)
Vanaf het begin voelde Hergé zich een beetje ongemakkelijk in deze serie, gezien de vereisten waaraan hij moest voldoen en het kunstmatige karakter van de algemene structuur. Terwijl De avonturen van Kuifje zich album na album geheel intuïtief ontwikkelden, waarbij de auteur nieuwe personages toevoegde wanneer dat nodig was, moest hij hier in één klap een hele reeks helden scheppen.
“We moesten de vader eerst een baan geven, een baan waarvoor hij moest reizen: nou, ingenieur, dat zou kunnen werken, maar bovendien brachten deze vader en moeder het grootste deel van hun tijd door met snikken en zich afvragend wat het lot van hun arme kinderen was, die meestal al vroeg meteen verdwenen".
Hoewel Jo en Suus dus twee brave schoolgaande kinderen moesten zijn, zien we ze nooit op school. Door hun avonturen zijn ze vaak maandenlang van huis. Maar misschien hadden ze een heel begrijpend schoolhoofd?
De verhalen:
De reeks omvat in totaal slechts drie verhalen, verdeeld over vijf albums. De reden hiervoor is de beperkte artistieke vrijheid die Hergé kreeg.
Het mysterie van straal V verscheen op 19 januari 1936 in Coeurs vaillants. De publicatie, in twee kleuren (rood en zwart), liep tot juni van het volgende jaar. Dit eerste avontuur van Jo en Suus werd een paar maanden later in Le Petit Vingtième opgenomen, maar pas in 1952 verscheen het voor het eerst als album, in twee delen.
Het is in meerdere aspecten een science fiction verhaal. Het bevat de gebruikelijke conventionele elementen. Waanzinnige geleerde, oncontroleerbare robot, onderwater schuilplaats, goedgelovige kannibalen en een uiteindelijke explosie, er zijn weinig clichés van de populaire roman die we niet in dit verhaal tegenkomen, terwijl de verhaalstructuur sterk doet denken aan die van de James Bond-films! Wat de personages betreft, ze zijn zo stereotiep dat het voor ons erg moeilijk is om ons om hun tegenslagen te bekommeren.
Als je dit verhaal leest, blijkt dat de successen van Hergé rechtstreeks verband houden met zijn betrokkenheid bij een onderwerp. Leo en Lea hadden ons al laten zien dat het verhaal, zodra Hergé de interesse in zijn helden verloor, in banaliteit verviel. Hoewel de auteur kan profiteren van de technische ervaring die hij heeft opgedaan bij het tekenen van Kuifje, is hij op geen enkel moment gepassioneerd over wat hij doet, en er daarom geen enkel nieuwe elementen in introduceert.
Stratokruiser H. 22 Dat uit twee albums bestaat - Het testament van Mr. Pump en Bestemming New York - zijn getekend van 1937 tot 1939 voor het weekblad Cœurs Vaillants en vormen het tweede deel van deze saga. Ook al verschenen de albums in 1951 als eerste.
Het begin is spectaculair. (Het zou in de beste verhalen van Kuifje niet misstaan). In vier pagina's biedt Hergé een samenvatting van de carrière van de extravagante John Archibald Pump, deze door snelheid geobsedeerde Amerikaanse miljardair die logischerwijs zal omkomen bij een auto-ongeluk, “met 248 km per uur”.
De honderd platen die volgen zijn helaas veel conventioneler. We zien twee groepen personages strijden om de erfenis van meneer Pump, bedoeld ‘voor de bouwers van het vliegtuig dat als eerste de inval tussen New York en Parijs uitvoerde, of omgekeerd, non-stop, met een gemiddelde snelheid van 1000 km per uur’.
Het thema is klassiek: het is dat van vele verhalen en van de roman van Jules Verne getiteld ‘Le Testament d'un excentrique’. Het probleem is dat Hergé duidelijk ongeïnspireerd is door het onderwerp en dat de heroïsche beproevingen van de twee kinderen om de betreurenswaardige manoeuvres van de vijanden van hun vader te dwarsbomen ons uiteindelijk kunnen gaan vermoeien.
Het verhaal zit ook vol met grappen die weinig met het centrale thema te maken hebben, alsof Hergé zelf niet helemaal overtuigd is door wat hij zegt.
De Najavalei (Frans: Jo et Zette au pays du Maharadjah), voorgepubliceerd in 1939 (onvoltooid, vanwege het uitbreken van de oorlog) en voortgezet in het weekblad Kuifje van 1953 tot 1954 onder de titel De Najavallei (La Vallée des Cobras). Het album verscheen in 1957.
De ouders Legrand en hun kinderen ontmoeten in een skioord in de Haute Savoie de maharadja van Gopal die vader Legrand een verzoek doet om een brug te bouwen in India. Dit bevalt niet iedereen ter plaatse (het hoofd van de regionale regering en een hindoeïstische fakir staan er vijandig tegenover) en de bouw wordt ernstig bedreigd.
(We kunnen nog opmerken dat Bianca Castafiore in De avonturen van Kuifje de Maharaja van Gopal meerdere keren noemt als één van haar kennissen).
De Thermozero (onvoltooid)
In de jaren zestig gaf Hergé Bob de Moor de opdracht om de verhaallijn van Kuifje en Thermozero om te zetten in een avontuur van Jo, Suus en Jokko. Bob de Moor moest deze bewerking vroegtijdig opgeven om zich te wijden aan de modernisering van het Kuifje verhaal ‘De Zwarte Rotsen’.
Album uitgaven:
V1 Het mysterie van straal V (Frans: Rayon du Mystère)
De "Manitoba" antwoordt niet meer (Frans: Le "Manitoba" ne répond plus) Coeurs Vaillant 1936 nr. 3 t/m 1936 nr. 38.
Album Casterman 1952
De uitbarsting van de Karamako (Frans: L'Éruption du Karamako) Coeurs Vaillant 1936 nr. 39 t/m 1937 nr. 25
Album Casterman 1952
V2 Stratokruiser H. 22 (Frans: Le Stratonef H.22)
Het testament van Mr. Pump (Frans: Le Testament de M. Pump) Coeurs Vaillant 1937 nr. 27 t/m 1938 nr. 18.
Album Casterman, 1951
Bestemming New York (Frans: Destination New-York) Coeurs Vaillant 1938 nr. 18 t/m 1939 nr. 7
Album Casterman, 1951
V3 De Najavalei (Frans: Jo et Zette au pays du Maharadjah) Coeurs Vaillant 1939-15 t/m 1939-38, 9 april 1939 t/m 17 september 1939 (de prépublicatie is halverwege gestopt), Vervolg onder de titel: De Najavalei (Frans: La Vallée des Cobras), in het weekblad Kuifje, 1953 en 1954. Album Casterman, 1957.