Ganzen behoren tot de onderfamilie Anserinae van de eendachtigen (Anatidae). Er zijn 3 geslachten: Anser, Branta en Chen en ongeveer 18 soorten. Bekende soorten zijn de grauwe gans, waar de tamme gans van afstamt, de rotgans, de Canadese gans en de sneeuwgans. Er zijn meer eendachtigen die gans in hun naam hebben, zoals de Nijlgans. Dit zijn echter geen echte ganzen. Van oudsher worden ganzen veel bejaagd. Ook worden ganzen gehouden voor het dons, de eieren en de ganzenlevers. Mede vanwege dit belang worden ganzen veelvuldig op postzegels afgebeeld. Na het stopzetten van de jacht is de grauwe gans teruggekeerd als broedvogel in Nederland en België. De toegenomen aantallen zorgen echter voor maatschappelijke tegenstellingen tussen boeren, jagers en natuurbeschermers. Veel andere soorten ganzen broeden van nature in meer noordelijke gebieden.