Deze zegel is in drie verschillende jaren uitgegeven. De eerste uitgifte was op 8 oktober 1946. De eerste uitgifte had een staand of liggend ruitvormig raster. De laatste uitgifte had een vierkant raster. Volgens Solovjev was de laatste uitgifte in 1956, volgens Zagorski in 1957.
Beiden stemmen wel overeen dat de tweede uitgifte in 1955 was.
Zagorski geeft aan dat de verschillen tussen de drukken herkend kunnen worden aan het papiertype en het raster. Solovjev is explicieter.
1946: (geelachtig?) grijs papier, geel(achtige) gom. Staand of liggend ruitvormig raster.
1955: Verbeterd wit papier, gekleurde gom, staand of liggend ruitvormig raster.
1956: Verbeterd wit papier, witte gom. Vierkant raster.
NB. Het verbeterde witte papier is voor postzegels in gebruik genomen in 1954.
Daarnaast onderscheidt Solovjev bij alle zegels tussen twee typen. Type I hoort bij de eerste druk. Type II bij de herdrukken: zie bij bijzonderheden bij de individuele zegels.