De Steve Miller Band is een band genoemd naar en geformeerd rondom Steve Miller, gitarist en leadzanger. De band bestaat verder uit Sonny Charles, Gordy Knudtson (drums), Kenny Lee Lewis (gitaar, zang), Joseph Wooten (keyboard, zang) (December 2014). Verder telt de band 35 ex-leden waaronder Boz Scaggs en de legendarische mondharmonicaspeler Norton Buffalo (die in 2009 is overleden).
Steve Miller werd in zijn jeugd sterk beïnvloed door bluesmuzikanten, die regelmatig bij zijn ouders thuis optraden. Toen hij 15 jaar oud was richtte hij zijn eerste band op in Dallas en begeleidde hij Jimmy Reed. Hij zat toen nog op school en vroeg zijn beste vriend Boz Scaggs om te zingen. In 1964 besloot hij naar Chicago te vertrekken waar de blues een revival meemaakte dankzij Britse bands als de "Rolling Stones" en "The Animals". De bluesscene werd gedomineerd door artiesten van het platenlabel Chess Records als "Howlin' Wolf", "Little Walter" en Willie Dixon. Op een later tijdstip in zijn carrière zou Steve Miller een van de bekendste rock-'n-roll artiesten van dit label, Chuck Berry, begeleiden. Hij raakte in de ban van de "Paul Butterfield Blues Band" en richtte met keyboardspeler Barry Goldberg de "Goldberg-Miller Blues Band" op. Ze begeleidden "The Supremes" en "The Four Tops" in New York, werden de huisband van de "Phone Booth", een theater op Broadway waar de "The Young Rascals" net opgestapt waren. Toen hij eind 1965 terugkeerde in Chicago was de bluesscene verdwenen en waren de destijds populaire bars door de politie gesloten. Na korte tijd besloot hij naar San Francisco te vertrekken. Daar ontmoette hij de "Paul Butterfields Blues Band" en "Jefferson Airplane". Hij speelde een paar avonden mee met Paul Butterfield en meldde bij een van die sessies definitief in San Francisco te blijven.
De "Steve Miller Band" werd opgericht in januari 1967. Het eerste album, "Children of the future", was gebaseerd op de psychedelische bluesstijl die op dat moment in zwang was in San Francisco. Zanger Scaggs zou na een aantal albums de band verlaten, waarna drummer Tim Davis aanvankelijk de zang voor zijn rekening nam. Op enkele nummers zong Steve Miller zelf. De albums verkochten goed, maar een hitnotering zat er niet in. Een bijzondere lp was "Recall the beginning, a journey form Eden" waar Miller al wel zelf de zang voor zijn rekening nam.
In 1973 kwam Miller met het album "The Joker", de doorbraak naar een groot publiek. De muziek werd meer toegankelijk. Naast het titelnummer kwamen er nog enkele hits van dit album. Het album "The Joker" werd opgevolgd door "Fly like an Eagle" in 1976 en "Book of Dreams" in 1977, die tegelijk werden opgenomen, maar met een tussenpoos van 1 jaar werden uitgebracht. Beide albums worden beschouwd als de top van Millers commerciële carrière en bereikten hoge posities in verschillende albumlijsten. Samen met "The Eagles" ondernam de "Steve Miller Band" een stadiontournee in 1977. Van beide albums werden meerdere nummers op single uitgebracht die allemaal in de hitparade kwamen waaronder "Fly like an Eagle", "Swing Town", "Jungle Love", "Rock’ n me" en "Jet Airliner".
Steve Miller nam een paar jaar rust om bij te komen van de successen, het opnemen en toeren. In 1981 kwam Miller terug met het album "Circle of Love", waarvan de korte versie van "Macho City" (een voor Steve Miller atypisch nummer) een forse hit werd. In 1982 behaalde hij een nog grotere hit met het nummer "Abracadabra" van het gelijknamige album. Met latere platen als "Living in the 20th century" (1986), "Born to B blue" (1990) en "Wide River" (1993) wist de band dit succes niet te continueren.
(Bron grootste deel tekst: Wikipedia NL)