Ceylon was vóór de zestiende eeuw een zelfstandig koninkrijk. Daarna werden delen, vanwege de handel, gekoloniseerd door de Portugezen en de Nederlanders. Uiteindelijk, in 1815, werd het een Britse kolonie.
Dit duurde tot 1948, toen het eiland zelfstandigheid verkreeg, onder de Britse Kroon (Dominionstatus). Uiteindelijk werd de Republiek uitgeroepen in 1972, en ging het eiland over tot het gebruik van de naam Sri Lanka. Postzegels, uitgegeven na 22 mei 1972, dragen die naam.
Bij verschillende oudere uitgiftes, zijn meerdere tandingen en/of watermerkvarianten aan te treffen. Dit is kort aangegeven tussen rechte haken met bijvoorbeeld [14x14], [wmCC], [wm<--] en dergelijke.
De Republiek Sri Lanka is een voortzetting van, wat vroeger werd genoemd, het eiland Ceylon. Op 22 mei 1972 werd de status van Dominion opgegeven. Daarmee waren de Britse vorsten niet langer staatshoofd, en het land dus een republiek. Vóór die datum waren zegels met inschrift Ceylon in gebruik.
De bevolking bestaat voor het merendeel uit Singalezen, met een Tamilminderheid. Dat was mede reden voor een langdurige burgeroorlog, die thans echter voorbij is. Naast voornamelijk Boeddhisten, vindt men ook Hindoes, Mohammedanen en Christenen, die allen vreedzaam samenleven. Dat vindt zijn weerslag in de onderwerpen op de postzegels, waarbij de verschillende religies zonder uitzondering aan bod komen.
Belangrijkste en bekendste exportproduct is de befaamde Ceylon-thee, maar ook rubber, cocos en andere tropische gewassen zorgen voor inkomsten. Energie is schaars, daarom zijn er enkele waterkrachtcentrales aangelegd. Ook dat gaf aanleiding tot uitgiftes.
Een lastige uitgave zijn de dierenzegels van 1981-1983. De eerste zegels werden voorbereid, maar niet uitgegeven. Daarna kwamen ze eerst uit met opdruk, en pas later zónder opdruk. Ook werd er nog later één uitgegeven met een toegevoegd jaartal 1989 midden onder het zegelbeeld. Deze zegels worden vaak verkeerd beoordeeld.