Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. Samen met onder anderen Guglielmo Marconi en Aleksandr Popov wordt hij, voornamelijk in Frankrijk, gezien als "vader" van de radio.
Waar Heinrich Hertz een cirkelvormige draad met kleine opening waartussen vonken ontstonden gebruikte als detector voor elektromagnetische golven, ontdekt Édouard Branly in 1890 dat kleine metalen deeltjes in een glazen buisje samenkleven wanneer in de buurt een vonk wordt gemaakt. Dit principe was gevoeliger dan de cirkelvormige draad van Hertz. Voor het metaal werd het fijngemalen mineraal cohenite (Fe, Ni) Carbide gebruikt. Door aan de uiteinden van het glazen buisje twee elektroden te bevestigen, kon de elektrische weerstand worden gemeten en door het samenkleven van de deeltjes werd die beduidend lager. Dit coherer-effect vormde de basis voor de eerste radio-ontvanger, de coherer. Hiermee, samen met een antenne uitgevonden door Popov, kon het experiment van Hertz, dat maar een reikwijdte had van enkele meters, worden uitgebreid tot vele kilometers. Naast de coherer heeft Branly geëxperimenteerd met de afstandsbediening door middel van radio.
Een nadeel van de coherer was dat na detectie de deeltjes weer los geklopt moesten worden. In 1903 vond Gustave-Auguste Ferrié de elektrolytische detector uit, een toestel dat veel betrouwbaarder functioneerde dan de coherer van Branly.
Branly was een ijverig, geboeid en koppig geleerde. Branly overleed op 95-jarige leeftijd en werd begraven op de Cimetière du Père-Lachaise. Een deel van het materiaal van zijn laboratorium is te zien in het Musée Édouard Branly, in het Institut Catholique de Paris. In dit gebouw, dat nu wordt gebruikt door de Hogeschool voor Elektronica van Parijs, kan men zijn kantoor, een transformatorzaal en een kooi van Faraday bezichtigen.