Giuseppe Fortunino Francesco Verdi (Le Roncole, 10 oktober 1813 – Milaan, 27 januari 1901) was een van de grootste componisten van Italiaanse opera's, waarvan hij er in totaal zesentwintig schreef. Zijn werk was tijdens zijn leven zeer geliefd en is dat nog steeds.
Verdi werd eigenlijk alleen in zijn jeugd nog aangesproken met 'Giuseppe'. Al snel werd hij door zijn omgeving 'Verdi' genoemd, ook door zijn naasten. Toen zijn enorme muzikaliteit begon te blijken, kwam hier het respectvolle 'Maestro' bij.
Verdi werd geboren in Le Roncole in het hertogdom Parma, toentertijd bezet door Napoleon. Zijn vader Carlo Verdi was herbergier en zijn moeder Luisa Ottini zijdespinster. Op tienjarige leeftijd kreeg de jonge Verdi een officiële aanstelling als organist van de kerk in Le Roncole. In 1824 verhuisde Verdi naar Busseto. Hij begon daar in eerste instantie aan een opleiding tot priester op een middelbare school onder leiding van Jezuïeten, maar toen al spoedig duidelijk werd dat muziek zijn ware roeping was, begon hij onder Maistro Ferdinando Provesi muziek te studeren. In Busseto woonde een welvarende winkelier met een grote passie voor muziek, zijn naam was Antonio Barezzi. Barezzi ontfermde zich zowel emotioneel als financieel over de jonge Verdi. Hij werd als een vader voor hem, en zou zijn hele leven een goede vriend en begunstiger blijven. Op zijn 15de was hij de beste pianist van de provincie. Tussen zijn 13de en 18de jaar schreef Verdi honderden marsen en symfonieën voor kerken en academies en vijf of zes concerten met pianovariaties. Verder studeerde Verdi in die periode erg hard. Niet alleen op de muziek, maar hij bracht ook uren in de bibliotheek door en las daar alles wat hij tegenkwam Alfieri, Manzoni, Shakespeare maar vooral de Bijbel.
In 1836 trouwde Verdi met Margherita Barezzi. Vlak na het overlijden van hun dochtertje in 1838 trok Verdi met zijn vrouw en hun zoontje naar Milaan. Kort daarna overleed ook zijn zoontje. Op 17 november 1839 werd de eerste opera van Verdi opgevoerd in La Scala: Rochester, ondertussen omgedoopt tot 'Oberto, Conte di San Bonafacio' Maanden later schreef hij Nabucco met het beroemde slavenkoor. De uitvoering van Nabucco in 1842 in La Scala werd een enorm succes en vestigde de naam van Verdi voorgoed tussen die van andere grote componisten. Een vooraanstaande zangeres uit die tijd de sopraan Giuseppina Strepponi vertolkte de rol van Abigail. De zangeres zou Verdi's levensgezel worden, maar pas lang na de dood van zijn eerste vrouw trouwde hij met haar.
In 1851 schitterde hij in Venetië met Rigoletto (naar Victor Hugo) en in 1853 in Rome met Il trovatore. De eerste soirees van La traviata daarentegen werden een fiasco. In 1872 werd Aida voor het eerst uitgevoerd met groot succes. Oorspronkelijk werd gedacht dat de opera werd geschreven door Verdi ter gelegenheid van de opening van een nieuw operagebouw in Caïro of voor de opening van het Suezkanaal. Dit is echter niet waar. Verdi schreef Aida voor de Egyptische onderkoning op bestelling. Bij deze bestelling werd het onderwerp van de opera vastgelegd en had deze als doel een werk te worden dat de Egyptenaren als nationale opera konden aannemen. Na de voltooiing van zijn "Casa di Riposo" ("rusthuis"), een rusthuis voor onbemiddelde kunstenaars, overleed hij in 1901 in Milaan aan een beroerte. Zijn begrafenis kende een enorme opkomst: Het Slavenkoor 'Va, Piensiero' werd door tienduizenden mensen gezongen in de straten tijdens zijn begrafenis. Ongeveer een kwart miljoen rouwenden betuigden hun respect aan Verdi, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Italiaanse muziek. Verdi is de operacomponist bij uitstek. Velen vinden de partij die het orkest heeft in zijn opera's vaak 'simpel', de begeleidingen zijn technisch niet ingewikkeld. Maar toch weet hij precies de juiste klanken te scheppen die het ondersteunen en opwekken van bepaalde gevoelens zeer ten goede komt. Behalve opera's heeft Verdi ook tamelijk veel religieuze werken gecomponeerd. Genoemd moeten worden het Requiem (1874), gecomponeerd bij het overlijden van de dichter Alessandro Manzoni, en de Quattro Pezzi Sacri.